zondag 27 februari 2011

Mijn langste kilometers ooit

De laatste kilometers van de Rotterdam Marathon, de voltallige afstand van de enige baanwedstrijd die ik ooit liep (3000 m), de laatste 4 kilometer van een 5 km-wedstrijd waarvan ik de eerste kilometer (voor mijn doen veel te hard) in 3.30 liep, het waren allemaal loodzware kilometers, waar geen einde aan leek te komen. Maar de laatste paar kilometer van de wedstrijd van vanochtend waren misschien nog wel eindelozer...

Terug naar gisteravond: een erg gezellig feestje in Den Haag. De stad waar 2 weken later de CPC halve marathon gepland staat. En met die reden heb ik vanochtend een 10 km wedstrijd in Leiden ingepland. Niet om voluit te gaan, maar om hopelijk vrij ontspannen in 15 km/h uit te lopen. Doel: nog even werken aan de tempohardheid, aan het zelfvertrouwen (dat al flink stijgende was door een groeiende vorm) en misschien ook wel om de rechterknie nog even te testen. De knie die de afgelopen weken tijdens de trainingen maar licht bleef irriteren. Misschien (hopelijk?) als gevolg van versleten hardloopschoenen, die eigenlijk al weer even aan vervanging toe waren. Afgelopen donderdag heb ik eindelijk een nieuw paar gekocht, maar om die meteen al aan te doen bij een wedstrijd lijkt me wat risicovol. Blaartechnisch gezien.

Zondagochtend voel ik me prima. Een beetje weinig geslapen, maar met een alcoholvrij avondje heb ik project 'Testloop Leiden' nog behoorlijk serieus genomen. Serieus blijkt trouwens ook de wedstrijd zelf: er komen zelfs chips aan te pas. Zo ontstaat er bij de start toch nog iets van wedstrijdspanning.

De eerste kilometer gaat in 3.55. Perfect, niet te snel, benen voelen nog goed, ik heb er zin in. Tot toch de knie begint op te spelen...

Bij kilometer 2 is het een af en toe opspelende, lichte irritatie - het gevoel dat ik de afgelopen 2 weken ook telkens kreeg tijdens de intervaltrainingen - bij kilometer 3 gaat het over in een constant aanwezig drukkend gevoel, bij kilometer 4 weet ik dat ik deze wedstrijd niet hardlopend ga volbrengen. Eerst stel ik me als doel om in ieder geval nog het 5 km-bord te halen, maar met elke stap lijkt me dat minder verstandig. Ik ga wandelen.

En dan beginnen ze, de lang(zaam)ste kilometers uit mijn wedstrijdcarriere. Natuurlijk bevind ik me op dat moment op het verste punt van de finish vandaan. Ik vraag nog even aan iemand van de organisatie - die daar toevallig langs de kant staat - of er geen snellere weg is naar start/finish, maar helaas... Er zijn dus 2 mogelijkheden. 5 km terug of 5 km vooruit. Omdat ik niet al te tegendraads wil zijn vervolg ik mijn weg maar in de richting die ik toch al opliep. In een combinatie van wandelen en af en toe licht dribbelen, wat gelukkig nog wel gaat (met 5 km wandelen zou ik er nog een uur over doen, reken ik al snel uit). Ik prijs me gelukkig dat ik die ochtend voor een lange broek heb gekozen, want de omstandigheden (kou, regen, wind) zijn er bepaald niet naar om er dan maar een lekker ontspannen zondagochtendwandeling van te maken.

Als snel gaan mijn gedachten naar de CPC. Dat lijkt een kansloze zaak, als ik het nu nog niet eens 5 km volhoud in het tempo dat ik dan 21 km lang wil benaderen. Of had ik toch gewoon mijn nieuwe superdempende schoenen al aan moeten doen, had ik nu dan nergens last van gehad? Het lijkt me sterk, maar je moet je toch ergens aan vasthouden...

Al strompelend, joggend en pijnzend slepen de kilometers zich voort. Ik weet niet zo goed hoe ik met de (ongetwijfeld zeer goed bedoelde) aanmoedigingen onderweg om moet gaan. Op km 9 loop ik even alleen (gelukkig bevinden zich nog steeds veel lopers achter me) en schreeuwt een doorweekte maar daardoor niet minder enthousiaste Leidse dame me nog onvermoeibaar toe "Nog een klein stukkie! Het gaat hartstikke goed joh!"

50 meter voor de finish maak ik de speldjes los en haal ik mijn startnummer van mijn borst. In plaats van onder het finishdoek door te lopen neem ik de andere kant van het hek en ga ik linea recta naar de kleedkamer, kijken of mijn knie er net zo uitziet als hij voelt. De finishmat wacht nu nog steeds op een signaaltje van mijn chip. Maar liever voor het eerst een wedstrijd niet uitlopen, dan voor het eerst een 10 kilometer boven de 50 minuten.

zondag 6 februari 2011

clingeldaalloop 2011

Tijd: 29:53 Maar dat zegt vrij weinig. Wel relevant: ondanks vormcrisis enorm genoten van het mooie parcours, vol heuveltjes en scherpe bochten. Crossen = cool!